Vitamine L voor leren

Van leren blijf je jong, zegt men. Maar leer je op latere leeftijd nog hetzelfde als toen je jong was? Of vergt het een andere aanpak? Lees hier het artikel van Heleen van Lier in de Volkskrant van dinsdag 29 oktober jl voor tips voor een gezond brein.

Ineke van Oosten (72) staat op het punt om met een cursus sterrenkunde te beginnen. Hiervoor deed ze Ruslandkunde en volgde ze cursussen over de voormalige Sovjet-Unie. Dit doet ze niet voor haar carrière, maar voor zichzelf, voor haar persoonlijke ontwikkeling. Net als de jaarlijks 25 duizend andere leerlingen op leeftijd van het HOVO, hoger onderwijs voor ouderen. Zij volgen studies over onder meer kunstgeschiedenis, filosofie, architectuur en actuele geopolitieke thema’s.

Hoe lastig is het om op latere leeftijd aan een compleet nieuwe studie te beginnen? Of om nog een vreemde taal te leren na je 50ste, of een muziekinstrument te leren bespelen? Sla je de informatie dan nog net zo makkelijk op als een kinderbrein?
Het simpele antwoord is nee. ‘De afname van bepaalde cognitieve functies begint al vanaf 30 jaar’, zegt Erik Scherder, hoogleraar klinische neuropsychologie aan de Vrije Universiteit Amsterdam (VU). ‘Dan gaat het met name over informatieverwerkingssnelheid, geheugen en redeneren.’

Dit klinkt somber, geeft Scherder toe. ‘Maar het goede nieuws is dat je die aftakeling wel degelijk een halt kunt toeroepen, juist door jezelf te blijven uitdagen, bijvoorbeeld met een nieuwe studie. Use it or lose it. Gebruik je hersenen, anders gaan ze verloren.’

Wat gebeurt er in de hersenen als we leren? Hoogleraar sociaal-cognitieve neuropsychologie Harold Bekkering van de Radboud Universiteit in Nijmegen legt uit: ‘Als je iets leert, zoals de grammatica van een nieuwe taal, dan maken je hersenen nieuwe verbindingen tussen zenuwcellen. Deze verbindingen zorgen ervoor dat je kleine modelletjes maakt in je hersenen.

‘Hierdoor kunnen we voorspellingen maken van situaties en ons gedrag aanpassen.’ Deze verbindingen worden sterker bij herhaling, of verdwijnen als ze niet meer worden gebruikt. ‘We kunnen ons hele leven nieuwe verbindingen aanleggen, hoewel het wel minder snel gaat naarmate we ouder worden’, zegt Bekkering.

In de kindertijd nemen deze verbindingen explosief toe. Het piekmoment van de hersenen is rond het 25ste levensjaar. Toch takelen hierna niet alle hersenfuncties af, schrijft Scherder in zijn boek Oud worden jong blijven. ‘Sommige worden juist sterker, zoals emotieregulering, empathie en zelfinzicht. Daarnaast kunnen de rijkere ervaring en grotere kennis de achteruitgang van de afgenomen cognitieve functies compenseren.’

Zoals gezegd kun je de cognitieve achteruitgang een halt toeroepen door te blijven leren. Scherder: ‘Je moet jezelf blijven uitdagen. Hoe meer moeite het kost, hoe groter de beloning.’ Zo moesten bij een onderzoek van de University of Texas uit 2013 ouderen tussen de 60 en 90 jaar oud iets doen wat ze nog nooit eerder hadden gedaan. Andere ouderen kregen taken waarmee ze al vertrouwd waren, zoals puzzelen.

Achteraf bleek de eerste groep niet alleen een nieuwe vaardigheid onder de knie te hebben gekregen, ook hun geheugen was verbeterd. Voor de puzzelaars was dit effect niet aanwezig.

Scherder: ‘Zo zie je dat bij echte inspanning, waarbij je niet alleen voortborduurt op je bestaande kennis maar totaal nieuwe dingen leert, ook andere hersenfuncties profiteren.’ Volgens Scherder is een radicale carrièreswitch op middelbare leeftijd dus heel verstandig.

Voor de meeste HOVO-studenten is het in conditie houden van de hersenen niet het belangrijkste doel, zegt Van Oosten, die naast deelnemer ook voorzitter is van HOVO Nederland. ‘Onze studenten denken: ik heb nu eindelijk tijd om me te verdiepen in wat ik écht interessant vind. Het zijn zonder uitzondering zeer gemotiveerde deelnemers.’

De docenten, veelal emeritus hoogleraren, halen volgens Van Oosten dan ook veel voldoening uit deze lessen. ‘De leerlingen nemen zelf vaak veel kennis mee, wat de discussies in de colleges echt naar een hoger niveau tilt. Bovendien zijn er nooit ordeproblemen.’

Geven de docenten dan ook op een andere manier les, toegespitst op oudere leerlingen? Van Oosten: ‘Je merkt dat onze leerlingen zich prettig voelen bij een traditionele vorm van onderwijs: een hoorcollege waarbij ze vragen kunnen stellen. Iedereen zit met pen en papier aantekeningen te maken. Na de colleges krijgen ze de behandelde stof toegestuurd als geheugensteuntje. Maar verder geven de HOVO-docenten gewoon les op academisch niveau.’

Bij het leren van een nieuwe taal liggen er wel extra uitdagingen naarmate je ouder wordt, zegt Bekkering. ‘Hier zit voorkennis, namelijk de taalmodellen die onze hersenen hebben gevormd, eigenlijk in de weg. De verbindingen in de hersenen voor de uitspraak van onze eerste taal zijn zo diep ingesleten, dat het lastig is om dit los te laten.’

Volgens Bekkering heb je hier minder last van bij talen die totaal niet op je eerste taal lijken. Zelf leert hij Italiaans met de taalapp Duolingo. Omdat hij van Italië houdt en de taal mooi vindt, maar ook om zijn hersenen te trainen. ‘Op mijn 58ste gaat het een stuk trager dan het op mijn 18de zou gaan, maar ik accepteer dat het een langer leerproces is. Gelukkig past de app zich automatisch aan je niveau aan, je komt pas verder als je het goed hebt gedaan.’

Scherder wil tot slot nog benadrukken dat onze mentale prestaties enorm gebaat zijn bij fysieke inspanning. ‘Hiervoor geldt ook: moeite doen loont. Dus ga je een studie volgen, doe dit niet onderuitgezakt op de bank, maar fiets naar de campus, ren een trap op, trek een sprintje voor de trein. Dan zijn onze hersenen supergeactiveerd en gaat die lesstof er een stuk beter in.’

Brochures