Fresco’s in de Italiaanse Renaissance
In 1568 voltooide de Florentijnse schilder-architect G. Vasari een monumentaal overzichtswerk, De levens van de meest voortreffelijke schilders, beeldhouwers en architecten. Daarin beschreef hij de enorm toegenomen vaardigheden van Italiaanse kunstenaars, met name van schilders in Midden-Italië tussen 1250 en 1560. Vasari ging uitvoerig in op de toegenomen technische beheersing, tekenvaardigheid, theoretische kennis en gratie, en het groeiende vermogen kleuren, vormen en lijnen doelmatig te gebruiken.
Binnen de fresco techniek zijn er veel verschillende categorieën te onderscheiden: naast de bekende ‘a buon fresco’ methode zijn er namelijk nog ‘a mezzo fresco’ en ‘a secco’. Elk met hun eigen bijzonderheden en toepassingen. Daarnaast is er veel te vertellen over hoe de frescoschilder te werk gaat; hoeveel stuclagen zijn er nodig, welke pigmenten zijn bruikbaar, hoe bepaal je de dagdelen, wat is een sinopia, welke rol speelt de onderschildering in de kleurweergave etc.
Ook is het boeiend om na de herintroductie van het fresco in Italië te zien welke vlucht het frescoschilderen in de renaissance in met name Florence maakte. Enerzijds door de steeds grotere behendigheid van de schilders in de weergave van de werkelijkheid maar tegelijkertijd ook door een aantal nieuwe technieken die in de fresco-werkplaatsen toegepast werden, waardoor het fresco sneller uitgevoerd kon worden.
Welke thema’s werden op de fresco’s uitgebeeld en wie waren de opdrachtgevers voor deze monumentale werken in kerken, kloosters, stadhuizen en paleizen? Een intrigerende kwestie bij de opdrachtverhoudingen is dat de nog steeds beroemde renaissanceschilders werkten voor geestelijken, kooplieden en vorsten voor wie kunst in hoge mate een middel was om hun aanspraken op macht te tonen. Thema’s uit bijbel, mythologie en geschiedenis werden aangewend om de legitimiteit van het eigen gezag te verbeelden. De onderwerpskeuze werd sterk bepaald door de maatschappelijke context: een opdrachtgever afkomstig uit kerkelijke kringen in Rome zal andere thema’s aandragen dan een koopman uit Florence of een hertog in Mantua.
De meest bekwame schilders werden beroemd dankzij de opdrachten van de machtige vorsten, de rijke kooplieden en de hoge geestelijken, die in onderlinge ijver dongen naar de gunsten van de beste schilders. Toonaangevende geleerden uitten zich in lovende bewoordingen over de bijzondere gaven van de kunstenaars. De dwang die van de opdrachtgevers uitging stond vernieuwende kunst geenszins in de weg, eerder het tegendeel lijkt het geval.
Verschillende grote frescoschilders passeren de revue, waaronder Giotto, Lorenzetti, Masaccio, Ghirlandaio, Piero della Francesca, Mantegna, Lippi, Pinturicchio, del Piombo, Rafaël en Pontormo.
Deze themadag wordt gegeven door twee docenten. Annelies Toebes is frescoschilder en Joris van Sleeuwen is kunst- en architectuurhistoricus.
Dagprogramma dag 1 | |
09.45 – 10.00 | Ontvangst met koffie/thee |
10.00 – 11.00 | Blok 1: Fresco: Materiaal en Techniek I |
11.00 – 11.15 | Koffie/thee-pauze |
11.15 – 12.15 | Blok 2: Fresco: Materiaal en techniek II |
12.15 – 13.15 | Lunch |
13.15 – 14:00 | Blok 3: Thematiek en mecenaat I De Geestelijkheid |
14:00 – 14.15 | Korte pauze |
14.15 – 15:00 | Blok 4: Thematiek en mecenaat II De Burgerij |
15:00 – 15.15 | Koffie/thee-pauze |
15.30 – 16:00 | Blok 5: Thematiek en mecenaat III De Vorstenhoven |
16:00 | Afsluitend drankje |