Interview met Dr. Rieke Leenders, cursuscoördinator van de Leergang ‘De “Russische Ziel” ofwel de tragedie van een volk’
Rieke Leenders was vanaf 1996 als antropoloog en onderwijscoördinator verbonden aan de Universiteit Utrecht. Van daaruit heeft zij tussen 1997 en 2005 lesgegeven aan Russische universiteiten en werd zij lid van de Wetenschappelijke Adviesraad van het Nederlands Instituut in Sint-Petersburg. Voor HOVO Brabant is zij inhoudelijk verantwoordelijk voor de Leergang ‘De “Russische ziel” ofwel de tragedie van een volk’ en voor de gastdocenten.
Waar komt jouw interesse voor Rusland vandaan?
“Mijn interesse voor Rusland begon in de Koude Oorlog, met de Cubacrisis in 1962, toen ik als tienjarige getuige was van een bange vader vanwege de Russische dreiging. In de jaren ’90 schreef ik een proefschrift over de Nederlandse angst voor de Russische atoombom en hoe de halfslachtige Bescherming Bevolking ons daartegen probeerde te beschermen. Midden jaren ’90 vroeg professor Paul Verweel van de Universiteit Utrecht me of ik een groep Russische wetenschappers wilde begeleiden die in een Europees uitwisselingsproject naar Nederland kwamen. Vanaf dat moment raakte mijn interesse in een stroomversnelling. Regelmatig reisde ik naar Rusland en kreeg er vrienden voor het leven. Tussen ons klikte het simpelweg. In 2007 startte ik bij HOVO Utrecht de vierdelige Leergang ‘De “Russische ziel”’ (vanaf 1700 tot nu), met gespecialiseerde gastdocenten. De Leergang werd meteen een groot succes. In elke cursus geef ik zelf een nieuw antropologisch getint college waarvoor ik uitgebreid onderzoek doe.”
Het eerste deel van de Leergang ging van start in het voorjaar van 2020, het begin van de pandemie. Hoe kijk je daar op terug?
“Ik weet nog dat ik in het voorjaar van 2020 er erg veel zin in had om alle ervaringen die ik met de Leergang De ‘Russische ziel’ bij HOVO Utrecht had opgedaan, te gebruiken bij een nieuwe Leergang voor HOVO Brabant, de provincie waar ik ben geboren en getogen en me thuis voel. Vanwege corona kwam er een kink in de kabel en ik moest mijn eigen college uiteindelijk voor een lege zaal en voor een camera geven. Daarna konden we slechts een ZOOM-cursus aanbieden, waarvoor zich te weinig cursisten inschreven. Deze werd daarom verplaatst naar het jaar daarop. Eindelijk, in 2022, kon ik een volledige cursus fysiek aanbieden, wel vanwege ruimtegebrek met een flinke pauze erin. Dit jaar hoop ik mijn cursus in optima forma te kunnen geven.”
In drie jaar tijd is er veel veranderd in de wereld. Wat is de impact op de oorlog voor jou?
“Op 24 februari 2022 veranderde mijn leven voor mijn gevoel totaal. Mijn belangrijkste passie, namelijk de Russische cultuur en geschiedenis, werd danig op de proef gesteld. Wat het Kremlin deed met Oekraïne was te barbaars voor woorden. Mijn gevoelens van onmacht in deze leidde er midden vorig jaar toe dat ik als vrijwilliger Nederlandse les ben gaan geven aan Oekraïense vluchtelingen. De titel van mijn Leergang heb ik ook veranderd. De ‘Russische ziel’ gebruikt het Kremlin nu immers om er de oorlog in Oekraïne mee te rechtvaardigen. De Leergang heet nu: ‘De “Russische Ziel” ofwel de tragedie van een volk’.”
Als antropoloog heb je veel reizen naar Rusland gemaakt en veel Russen leren kennen.
Is het gezien de huidige omstandigheden nog mogelijk om in contact te blijven?
“In Rusland heb ik altijd geprobeerd mijn vrienden zoveel mogelijk te bezoeken en tegelijkertijd het land steeds beter te leren kennen. Het Siberische Tomsk werd mijn standplaats en de Staatsuniversiteit van Tomsk mijn irreguliere werkplek. Tussendoor reisde ik met Russische vrienden naar Siberische gebieden zoals de Altaj en Abchazië en in het westen langs de Wolga. In Moskou en Sint Petersburg vond ik nieuwe vrienden en nieuwe logeerplekken. Als docent antropologische onderzoeksmethoden gaf ik behalve in Tomsk ook les in Novosibirsk en Vladivostok en bezocht in het kader van nieuwe projecten Abakan en Irkoetsk, allen steden in Siberië. Een van mijn grootste belevenissen was het bergachtige Altaj oversteken en dan te belanden in de steppen van Mongolië, alwaar een oud-student antropologie van de Universiteit Utrecht mij gastvrij ontving.
Nu is het praktisch onmogelijk nog goede contacten te onderhouden met mijn vrienden in Rusland. De samenwerkingsprojecten met Rusland zijn helemaal gestopt. Ik kan er in principe niet meer naar toe en de gesprekken en appjes op afstand zijn oppervlakkig geworden. Russische vrienden daar laten merken dat ze niet over de oorlog willen praten.
Ze willen niet in de problemen komen door hun contacten met westerse vrienden.”
Is jouw kijk op Rusland veranderd?
“Vooral mijn kijk op de modernisering van Rusland is veranderd. In de jaren ’90 dacht ik nog dat Rusland zou gaan verwestersen en bijvoorbeeld de universitaire projecten die wij er samen met Russische docenten hebben uitgevoerd zou overnemen. En vooral verwachtte ik toen dat de leiders het land verder zouden democratiseren. Beide is niet gebeurd en gaat voorlopig ook niet gebeuren. Veel mensen zijn door het imperialistische en nationalistische Kremlin verblind geraakt. Rusland is in veel opzichten stil blijven staan, zo niet achteruit gegaan.”
Het derde deel van de Leergang behandelt het nationalisme in Rusland van 1850 tot 1917. Waarom is het juist nu zo waardevol om hier meer over te weten?
“Juist in het 19de eeuwse Rusland, de periode die we in deze cursus behandelen, is het nationalisme er tot volle bloei gekomen. Dit betekende de opkomst van een nationale cultuur die zich vooral afzette tegen de westerse cultuur. De Russische cultuur ging berusten op traditionele waarden, op een autocratische tsaar, op de Russisch orthodoxe kerk en op een volkscultuur met de Russische boeren als rolmodel. Hiertegen kwam verzet van een westerse stroming en vervolgens van revolutionaire bewegingen. In de dan opkomende Russische literatuur en muziek kwamen maatschappelijke tegenstellingen tot uitdrukking. Grote namen in dit verband zijn de schrijvers Nicolaj Gogol, Fjodor Dostojevski en Alexander Herzen en de componist Pjotr Tsjaikovski. Zeker na de voor Rusland desastreus verlopende Eerste Wereldoorlog vormden het verzet van het stedelijke proletariaat en de boeren de opmaat naar de Russische Revolutie van 1917 en was het gedaan met de westerse tegenbeweging.
Welke gastdocenten komen dit voorjaar naar Tilburg voor het verzorgen van een college?
De gastdocenten komen deze keer overal vandaan, van de universiteit van Leuven tot Leiden, van Gent tot Groningen. Zelf geef ik een soort overzicht-college van de groei van het Russische nationalisme tussen 1950 en 1917.
De docenten en onderwerpen per college zijn:
– College 1 (8 feb) van Dr. Otto Boele, hoofddocent Russische literatuur en film, Universiteit Leiden: ‘Slavofielen’ en Westerlingen in de 19de eeuwse literatuur’
– College 2 (15 feb) van Prof. Emannuel Waegemans em., docent Russische cultuur- en literatuurgeschiedenis, Universiteit Leuven: ‘Revolutionaire bewegingen (1860-1914)’
– College 3 (1 mrt) van Dr. Sander Brouwer, docent Slavische talen en culturen, voorheen verbonden aan de Rijksuniversiteit Groningen: ‘Wat was de invloed van de Krimoorlog op het nationalisme?’
– College 4 (8 mrt) van Dr. Sander Brouwer, docent Slavische talen en culturen, voorheen verbonden aan de Rijksuniversiteit Groningen: ‘Russisch oriëntalisme (1850-1917)’
– College 5 (15 mrt): Prof. Francis Maes, docent Russische muziekgeschiedenis, Universiteit Gent: ‘Pjotr Tsjaikovski, de Russische identiteit en de opera Jevgeni Onegin’
– College 6 (22 mrt) van Dr. Rieke Leenders, antropoloog en Rusland-deskundige: ‘De bloeitijd van het Russische nationalisme (1850-1917)’
Zelf ben ik op elke bijeenkomst aanwezig en hoop jullie op 8 februari in grote getale te mogen begroeten.