Een filosofie voor moeilijke tijden

Maak je niet van streek, dat is het eerste. Alles verloopt immers volgens de wetten van de   Universele Natuur en binnenkort zul je niets en nergens meer zijn, net als Hadrianus, net als   Augustus. In de tweede plaats: concentreer je op de dingen, zodat je er inzicht in krijgt, en       denk er tevens aan dat je een goed mens moet zijn en wat de menselijke natuur van je             vraagt. Doe dat zonder om te zien en spreek zoals je denkt dat het rechtvaardigst is, alleen               wel vriendelijk, bescheiden en  oprecht.

              Marcus Aurelius

In moeilijke tijden is het belangrijk een zekere gemoedsrust te bereiken en te bewaren. Het stoïsche denken heeft als levensideaal het bereiken van die gemoedsrust. Daarom ga ik in het onderstaande te rade bij het denken van de Romeinse keizer en stoïcijn Marcus Aurelius Antoninus (121-180). Marcus Aurelius werd door velen gezien als een toonbeeld van een rechtvaardig en menselijk heerser.  Hij had gedurende zijn regeerperiode (161-180) veel last van invallende Germaanse troepen aan de noordgrens van het Romeinse Rijk. Veel van zijn 13 kinderen stierven vroegtijdig en er was een lange epidemie (165-180) van waarschijnlijk pokken, eerst onder zijn soldaten en later onder Romeinse burgers. Op de piek van de epidemie zouden zelfs 2000 burgers per dag gestorven zijn. Deze epidemie kreeg als naam ‘de pest van Antoninus’.  

              Hij was naast keizer ook filosoof en was vooral beïnvloed door de stoïcijn Epictetus (50-130). De stoïsche filosofie was ruim drie eeuwen eerder gesticht in het Oude Griekenland door Zeno van Citium (335-262 v.Chr.) en was invloedrijk geworden in het Romeinse Rijk. Marcus liet een beroemd geworden geschrift na: Ta eis heauton (vertaald als Meditaties). Deze meditaties, waarschijnlijk geschreven tijdens zijn verblijf in noordelijke legerkampen, bevatten overpeinzingen over het leven en zijn eigen leven in het licht van de stoïcijnse filosofie.

              Volgens deze filosofie ontwikkelt de natuur en het geheel ervan, de kosmos, zich cyclisch, wetmatig en daarmee gedetermineerd. De kosmos wordt geleid door een goddelijke rede die inherent is aan de materiele werkelijkheid zelf. Stoïcisme is een vorm van pantheïsme (zoals later Spinoza). De wetmatigheid vormt het universele lot van het natuurproces. Elk mens wordt op zijn kleine plek in de kosmos geconfronteerd met zijn individuele lot dat een uitvloeisel is van het universele lot. Dit lot ligt vast, maar wat niet vastligt is onze verhouding ertoe. Het levensideaal van de stoïcijnen is het bereiken van gemoedsrust.. Alle gebeurtenissen zijn een uitvloeisel van het universele lot en we dienen ze als zodanig te aanvaarden. Onze gedachten zijn oordelend: dit is goed, dit is slecht, dit is verschrikkelijk, etc., maar dergelijke oordelen verstoren onze gemoedsrust omdat ze allerlei passies als angst, woede, somberheid, spijt oproepen die niet bijdragen aan een goed omgaan met de situatie. Niet de gebeurtenissen, maar onze gedachten over die gebeurtenissen brengen ons uit evenwicht.  We kunnen ons oefenen in het aanvaarden van het lot, niet door het goed te keuren, of het wel best te vinden, maar door het te erkennen als uitvloeisel van het universele lot. Er is in het stoïcisme een amor fati, een liefhebben van jouw lot als ingebed in het universele lot.

              Naast aanvaarding, is beperking van de verlangens een belangrijk middel de gemoedsrust te bewaren. Er zijn heel veel zaken die we liever anders zouden zien. We zouden nu bijvoorbeeld graag uit de coronacrisis zijn, we zouden graag willen dat er minder zieken zijn, etc.  Ook zijn er meer persoonlijke verlangens, naar erkenning, naar welvaart, etc. Deze verlangens zijn echter niet direct door mijzelf te vervullen en brengen mij uit evenwicht als ik me er teveel mee identificeer. Er is maar heel weinig waar ik direct invloed op heb. Alles wat in het verleden gebeurd is, ligt buiten mijn macht omdat ik er niets aan kan veranderen. De toekomst is onvoorspelbaar en onbekend en eventuele mogelijkheden en handelingen in die toekomst zijn er nu niet. Het enige waar ik direct contact mee heb, is het heden. Alleen in het heden ervaar ik de kosmos en de natuur, ervaar ik mijn eigen bestaan en dat van mijn medemens, ben ik in een situatie waarin zich problemen voordoen. Op het meeste van wat in het heden is, heb ik geen invloed. De kosmos en de aarde en het overgrote deel van de meeste intermenselijke interacties zijn zo groot en machtig dat ze volledig buiten mijn bereik liggen. Ik dien ze daarom in gemoedsrust te aanvaarden als uitvloeisel van het universele lot.

              Als ik mij beperk tot dat waarop ik wel invloed heb, dan ontdek ik het domein en reikwijdte van mijn eigen handelen. Moraliteit ontstaat in de ontdekking van de afgebakende ruimte waarin ik kan handelen. Daarin kan ik het goede dienen door moed, rechtvaardigheid, vriendelijkheid, gematigdheid en wijsheid te beoefenen. Ik bereik het goede leven als mijn handeling het algemene belang dient en als ik een mystieke eenheid met de kosmos ervaar. Het bereiken van het goede leven in moraliteit en mysticiteit is de hoogste bestemming van de menselijke ziel.

              In de levensfilosofie van Marcus Aurelius is dus plaats voor een voltooiing, het bereiken van een situatie waarin er niets ontbreekt en waar alles verkregen is wat men van het leven kan verwachten: de absolute waarde van de eenheid met de kosmos en de absolute waarde van de handeling met goede intentie.

              Het stoïcisme is daarom voor mij een belangrijke levensbeschouwing uit de westerse traditie. Zijn natuurfilosofische beschouwing ligt dicht bij hedendaagse fysica en kosmologie. Zijn religieuze beschouwing ligt dicht bij een hedendaagse aardse mystiek. Zijn ethische beschouwing ligt dicht bij een hedendaagse universele deugdleer. Verlichte redelijkheid staat centraal en tegelijk wordt een natuurmystieke (pantheïstische) dimensie opengehouden. Het lijkt mij een alternatief te bieden voor de beweging die erna kwam: het christendom. Doordat het christendom dominant werd verdween het stoïcisme naar de achtergrond, maar het lijkt mij dat het historisch gezien een nieuwe kans verdient en nieuwe vorm en uitwerking kan krijgen. 

Arnold Ziegelaar

Filosoof, docent, auteur

www.arnoldziegelaar.nl

Brochures