Moderne Architectuur in Duitsland vanaf 1900
- Cursusnummer: 24V19
- Vakgebied: Kunst- en cultuur(geschiedenis)
- Locatie: Nijmegen (Sanadome)
- Seizoen: Voorjaar 2024
- Dag: Woensdag
- Tijd: 10.30 - 12.15 uur
- Cursusdata: 24-jan., 31-jan., 07-feb., 06-mrt., 13-mrt., 20-mrt., 27-mrt., 03-apr., 10-apr., 17-apr.
- Prijs: € 340.00
- Aantal colleges: (10 colleges, inclusief koffie/thee)
- Werkvorm: Hoorcollege met mogelijkheid tot vragen
- Cursusmateriaal:
De docent stelt digitaal lesmateriaal beschikbaar
- Opmerkingen:
Reservedatum inhaalcollege 24 april
Moderne Architectuur in Duitsland vanaf 1900
Op een Deutsche Werkbund-tentoonstelling in Keulen vóór de Eerste Wereldoorlog werd duidelijk dat architecten de industrialisatie als onomkeerbaar beschouwden. De modelfabriek van Walter Gropius wees vooruit naar de toekomst van de architectuur. Het in 1919 opgerichte Bauhaus in Dessau, onder leiding van Gropius, werd dé school van het Nieuwe Bouwen in de jaren twintig. De nieuwe architectuur van het rationalisme moest echter haar waarde bewijzen in grote steden, met Berlijn als centrum.
Berlijn richtte zich na de Eerste Wereldoorlog op uitgebreide stedenbouwkundige ontwikkelingen vanwege het woningtekort. Groene stroken in de buitenwijken en de woningbouw van Ernst May in Frankfurt weerspiegelen deze aanpak. Het Duitse paviljoen van Mies van der Rohe in Barcelona (1928) en vele Pruisische gebouwen toonden aan dat de staat erkende dat deze architectuur representatief was voor de jonge Weimarrepubliek (1918-33). De positie van het Nieuwe Bouwen was echter omstreden, met expressieve baksteenbouw in Noord-Duitsland (Höger en Hoetger) en nadruk op traditionele architectuur in Stuttgart en München (Bonatz en Schmitthenner) in de jaren twintig.
Na 1945 kregen rationalisatie en industrialisatie van de bouwproductie weer aandacht, met de deelname van architecten die zich al vóór 1933 hadden bewezen. De wederopbouw van het land begon snel, maar ongebreidelde bebouwing bracht problemen met verkeer en voorzieningen aan het licht. Dit leidde tot discussies over bebouwingsdichtheid en verstedelijking. In de jaren zestig en zeventig werden satellietsteden, zoals Neue Vahr in Bremen en Gropiusstadt in Berlijn, gezien als oplossingen voor het woningtekort.
In de DDR werd de stad erkend als de meest veelbelovende nederzettingsvorm, wat leidde tot grootschalige onteigening en bouwindustrialisatie (Plattenbau) naar Russisch voorbeeld. Dit resulteerde in steden met imposante hoofdwegen en paradepleinen in classicistische en barokke stijl, zoals de Karl-Marx-Allee in Berlijn en het Altmarkt in Dresden. In de Bondsrepubliek oriënteerden architecten zich op de Verenigde Staten, waar moderne architectuur eerder was ontwikkeld door Duitse emigranten als Eiermann, Hentrich en Petschnigg.
Na 1970 bracht de Duitse architectuur vernieuwingen, zoals het tentdakprincipe met stalen kabels en lichte materialen, te zien in het Olympisch stadion van München. Er ontstond interesse in historisch erfgoed en een balans tussen oud en nieuw. Het internationale postmodernisme en deconstructivisme vonden ingang, met een tegenbeweging van de Nieuwe Eenvoud, geleid door Ungers, als basis voor nieuwbouw in Berlijn na 1989. Duitse architecten, waaronder Kollhoff, Von Gerkan, Ingenhoven, en Petzinka-Pink, dragen bij aan actuele ontwikkelingen zoals circulair bouwen en renovatie-transformatie.
Joris van Sleeuwen
Drs. Joris van Sleeuwen is in 1991 als kunsthistoricus afgestudeerd aan de Rijksuniversiteit Leiden. Voordien behaalde hij in 1982 aan de KU Nijmegen zijn doctoraal geschiedenis. Hij is gespecialiseerd in architectuurgeschiedenis. Vanaf 1987 is hij werkzaam in het volwassenenonderwijs en verzorgt hij HOVO-cursussen, lezingen en kunstreizen.
Uit eerdere evaluaties over deze docent:
"Een levendige docent die je meeneemt in zijn passie voor architectuur, kunst en geschiedenis. Hij vertelt echt een verhaal. De stof die hij als pdf aanbiedt, is een verdieping op wat hij verteld heeft. Heerlijk! Dat is college geven".
"Joris is een bijzonder aimabele, enthousiaste en inspirerende docent. Hij weet de stof op een leuke maar ook deskundige manier te verlevendigen. Een topper!