Leergang Brabant onder het calvinistische bewind (1566-1795), deel 2
De term Gouden Eeuw is zwaar beladen, ook voor Holland in de zeventiende eeuw. Voor Brabant en Limburg geldt die term in ieder geval niet voor die eeuw. De staatkundige, godsdienstige en economische omstandigheden in deze provincies verschilden in de zeventiende en achttiende eeuw wezenlijk van die van de andere provincies van Nederland. Ook de militaire situatie was totaal anders. In Holland werd er in het kader van de ‘Tachtigjarige Oorlog’ na 1600 nauwelijks meer gevochten. In het zuiden, vooral in Limburg, bracht de Vrede van Munster in 1648 absoluut geen einde aan het militaire geweld waaronder vooral het platteland nog enkele decennia vreselijk leed. Boeren moesten zich soms verschuilen voor rondtrekkende militairen. De bevolking werd door de verschillende oorlogvoerende partijen afgeperst.
Gereformeerde regenten en predikanten gingen in Brabant de scepter zwaaien. Uit Limburg werden gereformeerden verjaagd. Katholieken in Brabant zochten hun heil in schuilkerken of in kerken in gebieden die niet tot de Republiek behoorden. Niet alleen om godsdienstige redenen, maar ook om economische motieven trokken mensen weg. De criminaliteit nam toe. In een vestingstad als ’s-Hertogenbosch tierde de prostitutie welig. Door de toename van bedelaars en zwervers en criminele bendes nam de onveiligheid op het platteland toe.
Deze cursus van 7 colleges is de tweede van een driedelige leergang over ‘Brabant onder het calvinistische bewind, 1566-1795. Een geschiedenis van ellende en vitaliteit’. Deze cursus is goed te volgen zonder deelgenomen te hebben aan de eerste cursus (over de Tachtigjarige Oorlog). In deze tweede cursus worden de maatschappelijke ontwikkelingen in de zeventiende en achttiende eeuw bekeken. De aandacht gaat daarbij uit naar de onderlaag van de maatschappij en de outcasts (de marginalen). Zowel de stad (met name Eindhoven, Helmond, Weert, ’s-Hertogenbosch) als het platteland (waaronder ook Tilburg destijds viel) komt aan bod.
Onderwerpen per college:
College 1: Staatkundige organisatie, criminaliteit en rechtspraak.
College 2: Verpaupering van een stad aan de rand van de Peel (met name in Eindhoven en Helmond en Weert als voorbeeld).
College 3: Prostitutie in de vestingstad ’s-Hertogenbosch
College 4: Plattelandsbevolking zoekt veilig heenkomen: de organisatie van boerenschansen.
College 5: Onderdrukking katholieke geloofsbeleving (organisatiestructuur katholiek kerk, sluiting kloosters, verdwijnen processies, komst schuilkerken en grenskerken, bedevaarten over de grens) College 6: Migratie, komst Joden en trek naar Holland om economische redenen.
College 7: Criminele bendes en bedelaars (en vagebonden, Zwartmakers, Groot Nederlandse en Brabantse bende)
De cursus maakt deel uit van een leergang maar is ook afzonderlijk goed te volgen.