Leergang Kunstgeschiedenis, deel 4

Moderne kunst vanaf 1900

Leergang kunstgeschiedenis in vier delen
  • Cursusnummer: 24V05
  • Vakgebied: Kunst- en cultuur(geschiedenis)
  • Locatie: Tilburg
  • Seizoen: Voorjaar 2024
  • Dag: Dinsdag
  • Tijd: 13.30 - 15.15 uur
  • Cursusdata: 23-jan., 30-jan., 06-feb., 05-mrt., 12-mrt., 19-mrt., 26-mrt., 02-apr., 09-apr., 16-apr.
  • Prijs: € 300.00
  • Aantal colleges: (10 colleges)
  • Werkvorm: Hoorcollege met mogelijkheid tot vragen
  • Cursusmateriaal:

    De docent stelt digitaal lesmateriaal beschikbaar. H. Honour, J. Flemming, Algemene kunstgeschiedenis 14e druk 2009

  • Opmerkingen:

    Reservedatum inhaalcollege 23 april

Leergang Kunstgeschiedenis, deel 4

Rond het begin van de 20e eeuw onderging de kunstwereld ingrijpende veranderingen, waarbij de traditionele normen werden aangevallen. Deze veranderingen waren het meest opvallend in de beeldende kunst, beïnvloed door filosofie en wetenschap. De concepten van "tijd" en "ontwikkeling in de tijd" veranderden, met een verschuiving naar kortere, snellere en gelijktijdige uitbarstingen. Belangrijke kunststromingen in de eerste helft van de 20e eeuw waren onder andere Fauvisme, Expressionisme, Kubisme, Futurisme, Dada, Surrealisme, Suprematisme, De Stijl en Constructivisme.

Na de tweede wereldoorlog weerspiegelde het economisch, politiek en maatschappelijk overwicht van de Verenigde Staten zich ook in de kunst. Internationaal gezien ging de Amerikaanse kunst de toon aangeven, te meer daar vele vooraanstaande Europese kunstenaars vlak voor of tijdens de oorlog naar de V.S. waren uitgeweken. De kunst die na de oorlog in Amerika tot ontwikkeling kwam, was dan ook een regelrechte voortzetting van de Europese culturele verworvenheden van de periode tussen de twee wereldoorlogen.

Toch kwam ook in Europa, waar de vrije kunstontwikkeling een behoorlijke knauw had gekregen van alle verbodsbepalingen van bv. de nazi’s, de kunstproductie weer op gang. Net als in Amerika vonden hier opgekropte en onverwerkte gevoelens in eerste instantie een uitweg in expressionistische tendensen, die geleidelijk aan hevigheid afnam.

De interesse in kunst groeide snel door talrijke publicaties en tentoonstellingen. Vooral dankzij financiële steun uit de Verenigde Staten steeg de waardering voor kunst. Het sponsoren van kunstenaars en projecten maakte het bezit van moderne kunst tot een statussymbool. Belangrijke kunsttendensen in zowel Amerika als Europa worden behandeld.

  1. Amerika: Abstract Expressionisme (Pollock, de Kooning)
  2. Europa: Cobra, Materieschilderkunst, Informele kunst (Appel, Dubuffet, Tapiès)
  3. Amerika: Postpainterly Abstraction, Hard Edge (Stella, Kelly)
  4. Amerika en Europa: Pop Art, Nieuw Realisme (Warhol, Arman)
  5. Amerika en Europa: Minimal art, Nul en Zero (LeWitt, Schoonhoven, Uecker)
  6. Op Art, Kinetische kunst (Vasarely, Tinguely))
  7. Conceptuele kunst, Performance (Kosuth, Beuys)
  8. Land art, Arte Povera (Smithson, Merz)
  9. Neo-Expressionisme en New Image Painting (Baselitz, Schnabel)
  10. Postmodernisme (Koons, Scholte)

Deze cursus maakt onderdeel uit van een leergang, maar kan ook prima afzonderlijk worden gevolgd.

Joris van Sleeuwen

Drs. Joris van Sleeuwen is in 1991 als kunsthistoricus afgestudeerd aan de Rijksuniversiteit Leiden. Voordien behaalde hij in 1982 aan de KU Nijmegen zijn doctoraal geschiedenis. Hij is gespecialiseerd in architectuurgeschiedenis. Vanaf 1987 is hij werkzaam in het volwassenenonderwijs en verzorgt hij HOVO-cursussen, lezingen en kunstreizen.

Uit eerdere evaluaties over deze docent:

"Een levendige docent die je meeneemt in zijn passie voor architectuur, kunst en geschiedenis. Hij vertelt echt een verhaal. De stof die hij als pdf aanbiedt, is een verdieping op wat hij verteld heeft. Heerlijk! Dat is college geven".

"Joris is een bijzonder aimabele, enthousiaste en inspirerende docent. Hij weet de stof op een leuke maar ook deskundige manier te verlevendigen. Een topper!