Menu

Leergang Kunstgeschiedenis deel 3: De negentiende eeuw

Leergang Kunstgeschiedenis deel 3: De negentiende eeuw
Leergang kunstgeschiedenis in vier delen
  • Cursusnummer: 23N06
  • Vakgebied: Kunst- en cultuur(geschiedenis)
  • Locatie: Tilburg
  • Seizoen: Najaar 2023
  • Dag: Dinsdag
  • Tijd: 13.30 - 15.15 uur
  • Cursusdata: 26-sep , 03-oct , 10-oct , 31-oct , 07-nov , 14-nov , 21-nov , 28-nov , 05-dec , 12-dec
  • Prijs: € 300 (10 colleges)
  • Werkvorm: Hoorcollege met mogelijkheid tot vragen/discussie
  • Literatuur:

    Aanbevolen: H. Honour, J. Flemming, Algemene Kunstgeschiedenis

  • Opmerkingen:

    Reservedatum inhaalcollege 19 december

Leergang Kunstgeschiedenis deel 3: De negentiende eeuw

De eerste helft van de 19e eeuw: “Voorbij het oude”

Na de Franse Revolutie maakte hoofse kunst van Barok en Rococo plaats voor de “beredeneerde” burgerlijke kunst. Het werd van belang om status te vinden in roemrijke en heldhaftige historie en zien we een weloverwogen teruggrijpen naar verschillende tijdvakken in de geschiedenis. 

De op stoffelijkheid gerichte kunstwerken – aards en berekenbaar – die binnen deze ontwikkeling pasten, kregen een tegenhanger in de kunst van de Romantiek, waarbij het oneindige, het onvoorspelbare en de ontdekking van het “ïk” de boventoon voerden. Kunstenaars van de Romantiek voelden zich gesteund door een intellectuele elite waaronder belangrijke schrijvers en dichters. Het centrum van de Romantiek ligt in Duitsland.

De tweede helft van de 19e eeuw: “Op weg naar het nieuwe”

Het ware karakter van de negentiende eeuw toont zich volgens sommigen pas na 1850. Er zijn zeker argumenten die deze stelling onderbouwen. Zo krijgt na 1830 de bourgeoisie der macht en het geld. De industrie draait op volle toeren, het kapitalisme ontwikkelt zich in snel tempo. Hierdoor komen twee maatschappelijke groepen tegenover elkaar te staan: de na de Franse revolutie in goeden doen geraakte burger en de hardwerkende, naar de stad getrokken arbeider, ternauwernood in staat om rond te komen van een schamel salaris. Kunstenaars hoorden bij de underdog of waren dienstbaar aan de elite. 

Met de opkomst van het realisme zien we daarom de kunstenaar als sociaal bewogen figuur. De zich steeds sneller voltrekkende industrialisatie confronteert de kunstenaar – meer dan ooit tevoren - met de inhoud van het artistiek bezig zijn. De nauwkeurigheid van de net ontwikkelde fotografie dwingt hem een nieuw idioom te ontwikkelen: de hand moest dingen doen die de machine en de moderne techniek nooit zouden kunnen. Bij de impressionisten leidde dit tot een volkomen nieuw kleur-, licht- en perspectiefgebruik.

Deze cursus maakt onderdeel uit van een leergang, maar kan ook prima afzonderlijk worden gevolgd.

Joris van Sleeuwen

Drs. Joris van Sleeuwen is in 1991 als kunsthistoricus afgestudeerd aan de Rijksuniversiteit Leiden. Voordien behaalde hij in 1982 aan de KU Nijmegen zijn doctoraal geschiedenis. Hij is gespecialiseerd in architectuurgeschiedenis. Vanaf 1987 is hij werkzaam in het volwassenenonderwijs en verzorgt hij HOVO-cursussen, lezingen en kunstreizen.

 

Uit eerdere evaluaties over deze docent:

"Een levendige docent die je meeneemt in zijn passie voor architectuur, kunst en geschiedenis. Hij vertelt echt een verhaal. 
De stof die hij als pdf aanbiedt, is een verdieping op wat hij verteld heeft. Heerlijk! Dat is college geven".